22 november 2016

Het geluid van een constructeur

Kent u het houten ei bij de entree van het Openluchtmuseum in Arnhem? Ik heb het genoegen gehad daarin te zingen met mijn koor. Wat een galm! Elke noot die onze kelen verliet, zette zich maar liefst tien seconden voort in de rondte. Een unieke ervaring. En een ramp voor de op handen zijnde museale functie van het gebouw…

Het Openluchtmuseum wordt in 2017 uitgebreid met de Canon van de Nederlandsche Geschiedenis. Daar maken we het bestaande entreegebouw momenteel geschikt voor. Ook het koepelgebouw - een betonnen bak met daarboven de houten eivormige constructie - krijgt een museumklimaat.

Het ei (een ontwerp van Mecanoo architecten) kwam in 1999 gereed. De houten spanten zijn in 2013 constructief hersteld. De detaillering maakte namelijk dat het hout niet bij alle verbindingen vrij kon krimpen. In combinatie met de wisselende relatieve vochtigheid in de ruimte zorgde dit voor veel scheuren, door en door.

Eén van onze uitdagingen is om een constante relatieve vochtigheid te realiseren van ongeveer 50%, waar deze voorheen schommelde tussen de 30% in de winter en 60% in de zomer. Dat betekent onder meer dat de bouwfysische detaillering van de houten dakhuid veel aandacht nodig heeft. Inwendige condensatie moet worden voorkomen door toepassing van een goede dampdichte laag aan de binnenzijde van de isolatie. De isolatie zelf is niet alleen thermisch nodig voor een constante temperatuur, maar ook akoestisch om de gewenste nagalmtijd te halen. Akoestisch is een nagalmtijd toegestaan van maximaal 1,8 seconden.

Zo zijn we, ik, als constructeur in samenwerking met mijn collega Alfons Hartman, specialist in bouwfysica, gekomen tot de keuze voor Ribfill spuitisolatie. Deze kan namelijk zowel zorgen voor geluidsabsorptie als voor thermische verbetering. De Ribfill isolatie met dampremming aan binnenzijde wordt tegen de dakhuid gespoten en minimaal tegen de houten spanten. Het gevolg is dat het vochtgehalte in de bestaande houten spanten zo constant mogelijk wordt gehouden en daardoor ook minimaal zal krimpen en uitzetten in de toekomst.

Afbeelding: Muziek_ei_afbeelding_in_tekst_jos_wolters_abt

Constructief zijn er ook de nodige ingrepen uitgevoerd.

Kort samengevat:

  1. Om de te verwachten toestroom in de toekomst in goede banen te leiden, was het nodig om de bestaande liftput en lift te vergroten. Ook de trap naar de museumzalen in het souterrain is verplaatst en vergroot. Dit betekende dat in de bestaande kanaalplaatvloer (met een overspanning van 12 meter) enkele kanaalplaten moesten worden verwijderd.
  2. Op dezelfde  begane grondvloer is een geheel nieuw houtskeletbouw inbouwpakket geplaatst, waarin de keuken en een installatieruimte is gesitueerd. Om deze extra belasting op te kunnen nemen, zijn de bestaande kanaalplaatvloeren aan de onderzijde versterkt met koolstoflijmwapening.
  3. Aan de achterzijde van het gebouw is de bestaande brede buitentrap voorzien van een nieuw betondek, waardoor er in het souterrain een extra verblijfsruimte is gerealiseerd. Een deel van de dragende houten gevel is vervangen door een nieuwe betonwand. Dit had tot gevolg dat enkele houten gevelstijlen moesten worden ingekort en aangepast, om de belasting uit het dak naar de nieuwe constructie te kunnen afdragen.
  4. Ten behoeve van de aanvoer van museumstukken is aan de achterzijde van het gebouw een nieuwe hijsput gerealiseerd. Een damwandconstructie was nodig in verband met de verdiepte aanleg.

Auteur: Jos Wolters

Reacties

Er zijn nog geen reacties

Reageren op dit artikel is niet meer mogelijk

Deel dit bericht