Glasconstructies? Ja, glasconstructies. Prima materiaal om mee te bouwen, hoor.
De norm voor constructieve glasconstructies is al jaren in ontwikkeling en hard op weg om net zo helder te worden als het materiaal zelf.
In 1996 berekende ik mijn eerste glasconstructie. In die tijd waren er nog geen geldende normen voor constructieve glasconstructies, maar met mechanica en materiaalkennis kom je een heel eind. En ik werkte bij een uitvoerende partij, dus bij twijfel maakten we een testopstelling of deden proeven. Inmiddels zit ik aan de andere kant; de ontwerpende partij.
Ik heb door de jaren heen de glasnorm zien ontstaan. Het begint een serieuze norm te worden maar ik zie ook nog wel wat verbeterpunten.
Zo staat er bijvoorbeeld in de belastingnorm voorgeschreven dat er op een dak rekening gehouden moet worden met een vallend persoon. Heel goed, zal u zeggen. Mee eens, maar de in de belastingnorm aangereikte methode om deze dynamische belasting te controleren werkt niet voor glasplaten. Je rekent altijd de glasplaat kapot. In plaats van een berekening mag ook een valproef uitgevoerd worden met een glasparelzak. Deze glasparelzak symboliseert een vallend persoon (heb ik ook niet bedacht).
In mijn tijd bij een uitvoerende partij heb ik ontelbare zandzakvalproeven (de voorloper van de glasparelvalproef) voorbereid en begeleid.
Zo’n eerste valproef is heel spannend en je bent blij verrast als je zo’n zandzak weer omhoog ziet veren en de glas plaat heel blijft. Maar na zo’n 10 proeven weet je het wel: de glasplaat gaat niet kapot. Er rest je dan geen andere uitdaging meer dan niet met je ogen te knipperen op het moment dat de zak op de glasplaat valt.
Mijn ervaring is dus dat de theorie haaks op de praktijk staat. Dit moet toch anders kunnen? Met alle valproeven die er in Nederland zijn uitgevoerd moet er ondertussen een enorme database aan informatie zijn. En in de 21e eeuw moet het toch mogelijk zijn om een bruikbare rekenmethode voor zo’n dynamische belasting te ontwikkelen in plaats van iedere keer een dure valproef uit te voeren?
Auteur: ir. Diana de Krom